2005 — ‘La douce France’. Nergens wordt Frankrijk zo douce als in het diepe zuiden. Het land van de départements Vaucluse, Bouches-du-Rhône, Var, Alpes de Haute-Provence en de Alpes Maritimes nodigt uit tot intens genieten van grandioze panorama’s, talloze pittoreske stadjes en dorpen, myriaden kastelen en kerken en kloosters, ontelbare hoeveelheden Romeinse overblijfselen en zo nog wat.

In het vooruitzicht van zoveel te zien en te doen is het voor door efficiency geregeerde noorderlingen bijna ondoenlijk, onbevechtbaar om niet voortdurend onderweg te zijn van hot naar her, om maar niets te hoeven missen van al dat schoons.

  • Dus direct maar Tip 1: relax! Je kunt onmogelijk alles zien in één enkele tour. Doe er twee, of drie, bij voorkeur buiten het hoogseizoen zodat je verstoken blijft van hordes toeristen en je vanzelf gaat genieten van het zoete leven. En dat laatste is niet zo moeilijk als het lijkt, zittend in een aangenaam septemberzonnetje, aan een tafel vol versbereide hors d’oeuvres en genietend van een sprankelend glaasje rosé, cicades op de achtergrond en gebronsde Françaises die om je heen dartelen. Probeer het.
  • Vermijd juli en augustus: helaas is de Provence erg bekend en dan dus ook stervensdruk. Abdijen of dorpjes zijn zoveel sfeervoller zonder drukte. Ook de stranden zijn vanaf begin september aangenaam rustig, terwijl het water nog heerlijk is. Verder zijn in deze periode de campings nooit vol – en dus schoon.
  • Neem de tijd om uitgebreid te lunchen; vooral flink aangeklede salades doen het goed in het warme weer. Het is vrijwel onmogelijk om je hier een buil te vallen aan willekeurig welk restaurant.
  • Proef vooral ook van het enorme aanbod aan rosé in restaurants en in supermarkten, want de Provence staat bekend om dit drankje.
  • De kleine, met groen aangegeven weggetjes op de Michelinkaarten zijn een feest om te rijden (hoewel je geen haast moet hebben, maar dat had je dus niet).
  • Tot slot: verheug je niet op de BBQ. Op vrijwel iedere camping is open vuur verboden vanwege het overheersende ‘weertype 1’, zijnde heet en droog. Weertype 2? Gi-gan-ti-sche stortbuien, met vaak fikse overstromingen en overlast maar die gelukkig altijd slechts een nachtje duren.

Santé!